Een uitstapje is vaak inspannend voor iemand met dementie. Wat iemand vroeger misschien prima aankon, kan nu te belastend zijn. Deze 6 tips helpen u om van het uitstapje een succes te maken.
Bij het organiseren van een dagje uit denkt u misschien aan een programma met verschillende activiteiten. Bijvoorbeeld een bezoek aan een museum, gevolgd door een wandeling en een lunch. Voor iemand met dementie is dit meestal te veel van het goede. Houd het programma liever beknopt en kies bijvoorbeeld één activiteit.
Een dagje uit is voor een persoon met dementie een intensieve ervaring. Zorg er daarom voor dat het uitje niet te lang duurt. Eén ochtend of middag is vaak meer dan genoeg. Even samen naar het tuincentrum gaan kan ook al heel gezellig zijn.
Als u het uitstapje lang van tevoren aankondigt, zorgt dat bij iemand met dementie alleen maar voor onrust. Vaak is het vroeg genoeg als u het de avond van te voren vertelt. Misschien kunt u met een foto duidelijk maken wat u gaat doen.
Een uitstapje met veel drukte kan voor iemand met dementie extra belastend zijn. Mensen met dementie raken snel overprikkeld. Plan het dagje uit dus liever op een doordeweekse dag dan in het weekend, liever vroeg in de ochtend dan in de middag of avond en vermijd vakantieperiodes.
Gaan er meer mensen mee? Spreek dan met de anderen af dat er steeds iemand is die omkijkt naar de persoon met dementie. Voor mensen met dementie is het lastig gesprekken in groepen te volgen. Zij kunnen daardoor het gevoel hebben niet mee te doen. Dit is op te lossen door steeds te zorgen voor een maatje.
Het is een goed idee om tijdens het dagje uit herinneringen te verzamelen. U kunt bijvoorbeeld foto’s maken van het uitje of iets meenemen van de plek waar u bent geweest. Daarmee kunt u later samen nog eens terugkijken op het leuke uitstapje. Deze herinneringen kunnen een plek krijgen in een bijvoorbeeld een levensboek. Lees meer over het maken van een levensboek.
(Bron: ikwoonleefzorg.nl)
