Het bereiken van de AOW-leeftijd is niet alleen het moment waarop u voor het eerst AOW gaat ontvangen. U krijgt ook te maken met veranderingen in de belastingen, de zorgverzekering en eigen bijdragen. In dit artikel meer informatie daarover.
Ongeveer vier maanden voordat u uw AOW-leeftijd bereikt, krijgt u een brief van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) over uw AOW. Hierin vindt u alle informatie over het aanvragen van uw AOW-pensioen. U kunt dit zelf aanvragen op de website van de SVB. Hiervoor heeft u een DigiD-inlogcode nodig.
Vanaf het moment dat u de AOW-leeftijd bereikt, hoeft u geen AOW-premie meer te betalen. Deze premie wordt tot dit moment ingehouden op uw loon, (pre)pensioen of uitkering. Vanaf uw AOW-leeftijd hoeft u alleen nog maar inkomstenbelasting te betalen én de premies voor de Algemene nabestaandenwet (Anw) en de Wet langdurige zorg (Wlz). Het percentage dat op uw bruto inkomen wordt ingehouden, gaat daardoor omlaag. De Belastingdienst berekent het gemiddelde tarief voor het hele jaar aan de hand van de maand waarin u de AOW-leeftijd bereikt. Hoe eerder in het jaar dat is, hoe lager uw tarief.
Als u de AOW-leeftijd bereikt, krijgt u minder algemene heffingskorting. Dat is een korting op de belasting die u moet betalen. Als u geen inkomen uit werk meer heeft, vervallen ook de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Als u blijft werken, houdt u wel recht op deze kortingen. Daartegenover staat dat u voortaan ouderenkorting krijgt. Bent u alleenstaand, dan krijgt u ook alleenstaandeouderenkorting. Ook deze kortingen gaan af van de belasting die u moet betalen. Hoe hoog deze kortingen zijn, hangt af van uw inkomen. Meer informatie vindt u bij de Belastingdienst.
Als u AOW gaat ontvangen, moet u soms kiezen welke instantie de loonheffingskorting moet gaan verrekenen. De loonheffingskorting is een korting op de belasting die instanties moeten inhouden. Als u alleen AOW ontvangt, verrekent de SVB de loonheffingskorting. Dan houdt de SVB dus minder belasting in over uw AOW en krijgt u meer geld op uw rekening. Krijgt u ook pensioen of een lijfrente-uitkering? Dan houdt ook het pensioenfonds, de bank of verzekeringsmaatschappij belasting in. Als ook die instanties de loonheffingskorting aftrekken van uw belasting, betaalt u te weinig. Aan het eind van het jaar moet u dan aangifte doen en belasting bijbetalen. De Belastingdienst adviseert om één instantie aan te wijzen die rekening moet houden met de loonheffingskorting. Kies daarvoor het liefst de instantie die de hoogste uitkering uitbetaalt. U kunt de andere instanties laten weten dat zij geen heffingskorting moeten toepassen. Dit kan met de Opgaaf gegevens voor de loonheffingen. Als u de loonheffingskorting laat toepassen op een lage uitkering, kan de belasting zo laag zijn dat u niet het volledige bedrag van de loonheffingskorting gebruikt. U betaalt dan te veel belasting. U kunt dit terugkrijgen door een voorlopige aanslag aan te vragen. U kunt ook wachten tot het jaar voorbij is en dan aangifte voor de inkomstenbelasting doen.
Als u doorwerkt na uw AOW-leeftijd, kunt u ook aan uw werkgever vragen om rekening te houden met de loonheffingskorting. Dat is volgens de Belastingdienst de gunstigste keuze. Met de Opgaaf gegevens voor de loonheffingen kunt u aan de SVB en ook aan uw pensioenfonds laten weten dat zij geen rekening moeten houden met de loonheffingskorting. Ook in dit geval kan het gebeuren dat u te veel belasting betaalt. U kunt dit terugkrijgen door een voorlopige aanslag aan te vragen of volgend jaar aangifte voor de inkomstenbelasting te doen.
Ontvangt u de voorlopige aanslag omdat u heffingskortingen uitbetaald krijgt? Dan houdt dit op in de maand dat u de AOW-leeftijd bereikt. Wilt u toch een voorlopige aanslag ontvangen, dan moet u die opnieuw bij de Belastingdienst aanvragen. Ontvangt u een voorlopige aanslag omdat u aftrekposten heeft? Dan blijft de voorlopige aanslag gewoon bestaan. U moet zelf het inkomen op de voorlopige aanslag aanpassen.
Heeft u na het bereiken van de AOW-leeftijd alleen AOW en een klein pensioen? Dan krijgt u misschien belastinggeld terug als u bepaalde zorgkosten heeft. Dat is een verzamelnaam voor verschillende ziektekosten, zoals verpleging in een ziekenhuis of een instelling, tandarts, fysiotherapie, specialist, voorgeschreven medicijnen, steunzolen, aanpassing aan de auto en dieetkosten. Om belasting terug te kunnen krijgen, moet u aangifte doen van uw inkomsten. Betaalt u na aftrek van zorgkosten weinig of geen belasting, dan kunt u ook recht hebben op een tegemoetkoming. U krijgt dan geld terug van de Belastingdienst, omdat u zoveel aftrekbare kosten heeft. U hoeft dit niet aan te vragen. U krijgt vanzelf bericht van de Belastingdienst als u er recht op heeft. Meer informatie vindt u op de website van de Belastingdienst.
Heeft u een levensloopregeling die is gestart voor 1 januari 2012? Dan kunt u belastingvrij sparen tot u de AOW-leeftijd bereikt of tot de dag dat uw pensioen of prepensioen ingaat. Met het spaartegoed kunt u onbetaald verlof opnemen. Let op! De levensloopregeling loopt tot 1 januari 2022. Heeft u nog spaartegoed op de dag dat u de AOW-leeftijd bereikt of dat u met (pre)pensioen gaat? Dan moet u over het tegoed belasting betalen.
Meestal verandert uw inkomen als u de AOW-leeftijd bereikt. Daardoor kunt u recht krijgen op een toeslag, zoals zorgtoeslag of huurtoeslag. Ontvangt u al een toeslag, dan kunt u recht krijgen op een hogere toeslag. U moet de wijziging zelf doorgeven.
Wenst u ondersteuning m.b.t. belasting en toeslagen? Bel dan de ledenconsulenten via telefoonnummer 088 - 0900 400. Zij kunnen u in contact brengen met belastingadviseurs die professioneel hulp kunnen bieden.
Voor voorzieningen uit de Wet maatschappelijke ondersteuning betalen AOW'ers een eigen bijdrage van maximaal 19 euro per maand. Als u een partner heeft die de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, dan hoeft u geen eigen bijdrage te betalen. Heeft u beiden de AOW-leeftijd bereikt, dan moet u wel de eigen bijdrage betalen.
Als u de AOW-leeftijd bereikt, gaat u via uw AOW en uw pensioen ook een bijdrage betalen voor de zorgverzekeringswet. Voorheen hield uw werkgever hiervoor een bijdrage in.
(Bron: ikwoonleefzorg.nl)